donderdag 30 januari 2014

wolken 957-962



wolkenfragmenten uit William Faulkner, Terwijl ik al heenging

957
Zulke wolken liegen niet, en de katoen rijpt elke dag die de Heer ons geeft. (32)

958
Als ik bij de bron uitstap en de teugels vastmaak, is de zon schuilgegaan achter een rij zwarte wolken als een topzware bergketen, alsof er daar een vracht sintels is gelost, en is het windstil. (41)

959
‘Wat wil je dat ik doe?’ zeg ik. ‘Hier blijven staan tot ik van de aardbodem word weggevaagd als die wolk breekt?’ (42)

960
Ze hangen hoog boven het huis, in steeds nauwere kringen tegen de jagende wolkenhemel. (87)

961
Roerloos hangen de buizerds in hoge, zwevende kringen, waarbij de wolken de illusie wekken dat ze achteruit vliegen. (87)

962
Lon Quick kon zelfs aan een bewolkte lucht op tien minuten nauwkeurig zien hoe laat het was. (150)