De communicatie van BDW over het moslimterrorisme ('sinds
Hitler én Stalin de ergste gesel') is niets anders dan een weldoordachte,
perfide en wellicht zorgvuldig voorbereide provocatie. Strikt genomen valt er,
denk ik, moeilijk een speld tussen te krijgen. Analyseer maar eens zin per zin
wat hij zegt. Hij heeft het over moslimextremisten, niet over 'de' moslims
(maar hij weet dat de ‘domme’ linkse goegemeente die veralgemening ‘wel weer’ zal
maken; het verongelijkte ‘Maar dat heb ik niet gezegd!’-antwoord staat al klaar,
sterker nog: je hóórt het hem al zeggen). De link naar Hitler is duidelijk een ironisch
antwoord op de stoute linkse verwijzingen naar de jaren dertig, waarvan hij al
eerder heeft gezegd dat zijn partij er ten onrechte mee wordt geassocieerd. En
hij gaat slim voorbij aan het feit dat de terreur in West-Europa van de
voorbije pakweg dertig jaar zeker geen moslimexclusiviteit is. (De nuance dat
het over moslimterreur in ‘de wereld’ gaat, is een retorisch manoeuvre: het is
wel degelijk De Wevers bedoeling om hier
angst te creëren: in België, Vlaanderen, Antwerpen.) De Wever wéét dat zijn uitspraak
veel deining zal veroorzaken, maar zijn strategie gaat uit van de overtuiging dat
in het huidige mediabestel deining boven inhoud gaat.
Ik heb dergelijke arrogantie, dergelijk blufpoker – behalve misschien
bij bepaalde losgeslagen extreemrechtse politici – nooit eerder moeten
aanschouwen. (En zoveel schaapachtige volgzaamheid bij een journalist ook
niet.) Zeker niet in België maar eigenlijk ook niet buiten België. De
zelfbeheersing waarmee De Wever hier acteert – want het is acteren – overtuigt mij,
voor zover dat nog nodig was, van het feit dat deze man zeker niet van plan is om
het op te nemen voor de kansarmen, de zwakken, diegenen die niet bijdragen of
niet mogen bijdragen tot de welvaart van de gemiddelde, gesettelde Vlaming die
hij nodig heeft om de macht te verwerven. (Dat het om zijn macht gaat en niet om die van zijn partij, is tussen haakjes
ook wel duidelijk als je de nauwelijks bedwongen monkellach ziet waarmee hij –
verplicht nummertje – nuanceert dat hij wel eerst eens met zijn partij moet
overleggen over wat hij eigenlijk al
zelf heeft beslist, namelijk dat hij zal opkomen op een federale lijst.)