zondag 19 januari 2014

doordeweekse zinnen 230-245



140112

230. Een van de steentjes die V. had meegebracht geleek op een mannetje.

140113

231. Nooit eerder at ik in een financiële instelling twee pralines.

232. Ik mag de prei graag garen met een scheut Ricard.

233. Die AKO-literatuurprijs, is dat misschien een prijs voor slécht geschreven boeken?

140114

234. Ik droomde eens te meer over het aan een verplaatsing voorafgaande moeizame vergaren van bagage.

140115

235. Toch vreemd, hoe gemakzuchtig die Saskia de Coster Hemmerechtsiaanse wendingen gebruikt.

236. Toen de trein drie kwartier had stilgestaan, werd er omgeroepen dat we onze reis zouden voortzetten.

140116

237. Soms voel ik mij ook als een varken dat cirkels draait om een ploeg aan de praat te houden op een akker waar niets gedijt.

140117

238. Veertig jaar geleden had ze met haar dochter precies hetzelfde meegemaakt.

239. W. zei spijt te hebben van zijn door humanitaire overwegingen ingegeven demarche.

140118

240. Zijn computer maakt ellendig veel lawaai.

241. Waar gaat dat eindigen en wat zijn daar de consequenties van?

242. P. kwam binnen met een relatief vernietigende blik.

243. J. herinnert zich hoe hij als klein ventje samen met al zijn tantes en nonkels in Cinema Alfa in Pittem naar La Grande Vadrouille ging kijken.

244. Benno zei dat Andras niet mocht winnen, waarna Andras vroeg waarom alleen Luuk een echte dichter kon zijn.

245. De broer van de gevierde schrijver had het plan opgevat om het terras tot het niveau van de keuken op te hogen.