vrijdag 24 januari 2014

driekleur 138



Rond twee uur vanmiddag bezorgde een kale zwarte man een zware kartonnen doos. ‘Alstublieft!’ zei hij, onwetend omtrent de inhoud – wie weet reikte hij mij op eBay gekochte onderdelen van een autobom aan. Hij klonk vrolijk. Ukkel strooide poedersuiker op zijn schedel. Mijn oog, mijn meest bijziende oog, mijn geestesoog zag een rode muts en witte huid achter zijn oren.

Ik reisde terug naar mijn jeugd, naar mijn twaalfde, achtste, vijfde levensjaar – mijn ouders lieten een zoete contrareformatie binnen in mijn wereld, alles werd rood en goud (…)

Benno Barnard, Dagboek van een landjonker, 333