24 november 2013
We verblijven met een groep van een achttal mensen in een
kasteel. Het is de avond van de laatste dag van ons verblijf. We zijn hier om
een publicatie te bespreken die we zelf hebben gemaakt. Of die iemand van ons
heeft gemaakt. Het is een langwerpig
boek, er staan nogal wat foto’s in van languit op hun rug liggende,
naakte vrouwen. Die nemen telkens de volledige linker- en rechterpagina in. De
foto’s verschillen onderling nauwelijks, het is dan ook de vraag waarom ze in
het boek zoveel plaats moeten krijgen. Sommigen onder ons zijn de publicatie
gunstig gezind, ik ben een van hen. Andere zijn het minder eens, er zal dus
discussie zijn. We hebben, omdat het een mooie avond is, de vergadertafel
buiten op het terras geplaatst. De stoeltjes eromheen zijn gammel. Ik kom wat
laat aan, er is nog een plaats vrij in de zon. Maar H. zegt dat die plaats
gereserveerd is door P. Ik weet dat zij van de zon houdt, maar maak toch een
opmerking: ‘Sinds wanneer worden hier voorrechten ingeroepen?’ Ik zie echter
dat de schaduw van de ondergaande zon zeer binnenkort ook die door H. voor P.
voorbehouden plaats zal bereiken, en besluit er verder niet op in te gaan. Ik
neem mijn plaats in aan de andere kant. Nu moet enkel nog P. aankomen en de
vergadering kan beginnen.