Desinformatie. Wat horen we uiteindelijk nog in alle ruis
die ons bereikt, in die kakofonie van hippe geruchten, meninkjes en rumoer die
elke dag opnieuw als een natte doek over ons heen valt en ons de zin beneemt om
dieper te graven en te achterhalen wat er werkelijk aan de hand is? Mensen
hebben niet graag de indruk dat ze gemanipuleerd worden en dus hebben ze die
indruk niet. Zijn we goed geïnformeerd? Neen, en we weten het. Waar we wel goed
in zijn, is in verdringing. We schuiven het van ons af en schikken ons naar de
consensus van het ‘Wir haben es nicht gewusst’.
Twee voorbeelden, een nog redelijk onschuldig en een ander
veel ingrijpender.
Gisteren hoor ik van leesclublid L. dat er zondagavond, na
de voetbalwedstrijd Anderlecht-Standard, een zwaar incident is geweest met
supporters die – naakt – een bus van de aanhang van de tegenpartij zouden
hebben gesloopt. Vooral dat detail, ‘naakt’, wijst op de authenticiteit van de
waarneming: L., die van een verblijf in Duitsland terugkeerde, had het met
eigen ogen zien gebeuren op een parkeerterrein naast de autosnelweg. Van dit
incident heb ik in de media niets vernomen: wij worden verondersteld de match
en de competitie belangrijk te vinden, niet wat zich in de marge daarvan
voordoet (en wat eigenlijk niet de marge is maar de essentie): het kanaliseren
van negatieve onderhuidse stromingen in de maatschappij, gefrustreerde
energieën, agressie. Zolang het op een parking langs de snelweg gebeurt, kan
het in zekere zin geen kwaad – maar laat ons vooral de focus op de sport, op de
match, op het hele commerciële gedoe waarin die hele voetballerij is ontaard
niet uit het oog verliezen.
Tweede voorbeeld, en ik raakte het hier een paar dagen
geleden nog aan: hoe zou het ‘ondertussen’ zijn in Fukushima? Het blijft daar
heel stil, blijkbaar. En dan vraag ik me af: met welke hevigheid zal, mocht
zich daar inderdaad een catastrofe, een cataclysme, een apocalyps voltrekken,
de mediastorm losbarsten? Hoe groot zullen de korpsen zijn waarmee het
voorafgaande zich afwenden van de blik zal worden toegedekt? Gesteld dat er dan
nog veel toe te dekken zal zijn. Moeten de mensen die zich nu zorgen maken – en
het zijn er toch nogal wat – dan niet worden geïnformeerd? Neen, die mensen
moeten niet worden geïnformeerd want dat zijn lastige mensen, het zijn ernstige
mensen, het zijn pretbedervers.