7 december 2013
Twee dromen met een zelfde inhoud.
In de eerste keer ik met een baby naar huis terug. Of het
kind van mij is of niet, is mij niet duidelijk – maar het kan wel praten, en
zeer vlot, en ik moet ervoor zorgen. Niet echt met mijn volle goesting. Als we
aan de poort van de rijwoning staan en ik aanstalten maak om hem open te maken,
grist het kind de huissleutel uit mijn handen en laat hem op de grond vallen.
De sleutel verdwijnt tussen de rooster van een rioleringsgat. De toegang tot
het huis is geblokkeerd.
In de tweede droom is er een huis met een tuin. Dit keer is
het een alleenstaande woning. In de tuin staat een boom. Iemand heeft al eens
gewaarschuwd dat de boom dreigt om te vallen. Op een nacht is er een storm en,
inderdaad, de boom is omgevallen. Het dak van het huis is zwaar beschadigd. Het
huis is ontoegankelijk of dan toch in elk geval tijdelijk onbewoonbaar.