Van gisteren onthoud ik dat ik tijdens de lunch (tongrolletjes op een bedje van tagliatelle met spinazie en verse rauwkost) met G. sprak over de kosmos: zwaartekracht, zwarte gaten, hoe het komt dat de maan steeds met dezelfde zijde naar de aarde gericht staat, en dat binnen de theorie van Newton in de omgeving van de planeet Mercurius het bestaan van de planeet Vulcanus werd verondersteld, die dan weer geen plaats had in de theorie van Einstein, die de afwijking in de baan van Mercurius verklaarde door een kromming in de tijdruimte.
Vandaag moet ik werken.