woensdag 23 maart 2011

uit mails aan S. en J.

baraque lecture 88

1.

Ik las op de trein Doppler uit, een romannetje of eigenlijk een novelle van de Noor Erlend Loe. Nooit van gehoord? Had ik ook niet, tot vorige week ergens rond een uur of acht ‘s avonds collega J. zei dat hij het had moeten lezen voor zijn leesclub, die op dat moment begon zonder hem. J. was heel enthousiast over Loe en toen ik het boek vorige vrijdag of zaterdag zag liggen in De Slegte voor 6,99 euro, kon ik het dus niet laten liggen. Zeker ook niet omdat het zo’n geestige kaft heeft.

Nu heb ik het dus uit. Moet je het ook lezen? Ik denk het niet. Het is een verhaal dat ik al vele keren heb gelezen. Een man die op een dag er van tussenuit trekt. Hij heeft het gezien. Hij wil niet meer meedraaien. Hij komt tot de ontdekking dat er meerdere levens mogelijk zijn en dat dat ene, met zijn zwangere vrouw en zijn aan Tolkien verslingerde puberdochter en driejarige zoontje, zeker niet het enige is. Hij trekt het bos in, doodt er een elandkoe en sluit vriendschap met het kalf en kampeert er meer dan een half jaar. De gangbare moraal gooit hij overboord: het is gedaan met ‘flink’ te zijn. Aan de kost komt hij door op strooptocht te trekken. Hij breekt in in de supermarkt om er voedsel in te slaan, en in de Brico voor het alaam dat hij nodig heeft om zijn totempaal te maken. Want dat doet hij dus met zijn overvloed aan vrije tijd: een totempaal oprichten ter nagedachtenis aan zijn vader die, zo blijkt al uit de allereerste zin van het boek – ‘Mijn vader is dood’ –, gestorven is na, zo blijkt later, er ook al een tamelijk eigenzinnige levenswandel op na te hebben gehouden. Ergens onderweg komt Doppler, want zo heet die man die het voor bekeken houdt, nog een paar andere einzelgängers tegen. Onder meer Düsseldorf, de zoon van een in de Ardennen gesneuvelde Duitse soldaat die ook al een spectaculair monument voor zijn vader aan het oprichten is.

Enfin, Doppler is een boek over de onvanzelfsprekendheid van als vanzelfsprekend doorgegeven waarden, over de relatie tussen ouders en kinderen en meerbepaald tussen vaders en zonen, een relatie die, in tegenstelling tot deze tussen moeders en kinderen, niet onderworpen lijkt aan een onbetwistbare biologische evidentie maar die elke generatie opnieuw moet verworven en betekend worden.

2.

Ik vind het een beetje lichte kost. Wel grappig en spits geschreven, maar veel heeft het toch niet om het lijf. ‘t Is niet veel meer dan een soort parabel. Een beetje een uitgerokken situatie. Behoorlijk uitzichtloos, en het einde brengt dan ook niet veel soelaas: Doppler kraamt zijn tent op en trekt de wijde wereld in. ‘Het is oorlog’, staat er. En ook: ‘To be continued’.

Maar de krachtige beelden van de totem en het schaalmodel van Bastogne precies op het ogenblik dat de vader wordt doodgeschoten en het elandkalf waarop Doppler de tassen legt die hij genaaid heeft uit het leder van de moeder – ja, dat zijn wel sterke beelden. Misschien maken deze beelden de lectuur van dit boek toch de moeite waard.

3.

Ja, ik moest dikwijls aan Paasilinna denken. Van hem las ik De zelfmoordclub en (heel lang geleden) Haas. Dat ademt precies die enge, bekrompen, alcoholische, vereenzaamde, knettergekke, absurdistische enfin kortom Scandinavische sfeer uit waarin de dagen kort en vochtig zijn, de mensen eenzaam en de muggen meedogenloos. Ook zeer verwant aan de Finse cineast Kaurismaaki!