Ik zag eergisteren op de trein een zwarte jonge vrouw die in een Franstalige pocket
Les Souffrances du jeune Werther van Goethe las. Zij nipte af en toe aan een plastic fles mineraalwater. Achter haar zat een blank meisje, heel knap en bevallig – ik mocht er af en toe wel eens vanuit mijn ooghoeken naar kijken, maar niet al te nadrukkelijk, en zeker niet toen ze zich heel erg uitrekte, waarbij haar pronte boezem wel haast uit haar romp leek te springen. Zij las, ook in het Frans,
Stupeur et Tremblements van Amélie Nothomb nadat ze eerst door een catalogus had gebladerd met daarin reproducties van werk van Finse kunstenaars.