Van gisteren zal ik niet vlug de beelden van de aardbeving en de daaropvolgende tsunami in Japan vergeten. Ook wil ik onthouden dat C. in de vroege jaren 1940 haar stoute schoenen aantrok en aan de in haar ouderlijk huis ingekwartierde Duitse officieren vroeg: ‘Ist der Führer wirklich geliebt in Deutschland?’ Gelukkig, zo voegde ze er aan toe, kwamen de ‘Olen’ (sic) snel haar dorp bevrijden. Ik wil ook onthouden hoe Willem van Maanen, blijkens het met hem in Schrijvers gaan niet dood opgenomen interview, erin slaagde om zijn naoorlogse germanofobie te overwinnen. Nadat hij had gemerkt dat zijn zoon, die nochtans de oorlog niet had meegemaakt, het zelf ook al over ‘rotmoffen’ had, besloot hij tot een gezamenlijke uitstap naar Trier. Daar werd de deprimerende sfeer ongedaan gemaakt door een bevrijdende lach, veroorzaakt door de aanblik van een corpulente vrouw aan wie, toen zij rechtop poogde te staan, de terrasstoel bleef hangen van het etablissement tegenover de Zwarte Poort waar vader en zoon van Maanen hadden plaatsgenomen.
Vandaag ontbijten we in De Panne, gaan we een paar kranten kopen in Frankrijk en keren dan al vroeg naar Brugge terug. Ik wil op de hoogte blijven van wat er in Japan gebeurt. Vanavond is er leesclub in Jabbeke over Onder de vulkaan, en dat moet eerst ook nog goed worden voorbereid.