Een paar, neergestreken op vooruitstekende randen, lijken op
hun gat te zitten, rechtop in flesvorm, want ze hebben zulke korte poten dat ze
als ze lopen, lijken te glijden als beesten op rolletjes, en om weg te vliegen
kunnen ze geen vaart maken, dus moeten ze zich als een baksteen laten vallen (…)
Guy de Maupassant, Het
varken Morin. Alle verhalen 1881-1882, 105
ǁ
Eigenlijk hebben ze heel kleine pootjes die ontwikkeld zijn
om zich vast te klampen aan gebouwen of rotsen (…)
Ali Smith, Zomer,
122