SLAAPMUTS
X. vertelt over een tijd dat hij het moeilijk had in zijn leven. Hij was een jaar of achttien, woonde nog bij zijn ouders. X. had een strenge, principiële vader. Een die altijd gelijk wilde hebben en bovendien vanuit een andere politieke overtuiging zijn zoon zijn waarden probeerde op te dringen. Met het averechtse resultaat, uiteraard. X.’s moeder deed wat veel moeders in die tijd deden – en waarschijnlijk nog altijd doen: zij ging de discussie uit de weg en probeerde de kerk in het midden te houden. Dat was nodig want af en toe werd er hevig gediscussieerd.
X. woonde op zijn twintigste nog thuis. Hij had iets met een al wat oudere vrouw gehad, maar ze had het uitgemaakt en daardoor was X. het noorden kwijt. Avonden aan een stuk ging hij zijn verdriet wegdrinken in de kroeg. Hij kwam meestal pas thuis wanneer zijn ouders al gaan slapen waren. Op een nacht had hij weer eens een stuk in zijn kraag. Aan de voordeur van zijn ouderlijk huis merkte hij dat hij zijn sleutel niet bij had. Hij moest wel aanbellen. Nog geen vijf seconden later deed zijn vader de deur open.
‘Kom binnen,’ zei X.’s vader. Op een vriendelijke toon, die X. niet verwacht had. ‘Ik zie dat je het moeilijk hebt. Kom, we drinken samen nog een borrel.’ En dan dronken vader en zoon een borrel bij het nog nasmeulende vuur, dat X.’s vader de hele doorwaakte halve nacht brandende had gehouden. Ze zeiden niets, maar het was goed.
Dit verhaal deed me denken dat mildheid in pedagogisch opzicht veel doeltreffender kan zijn dan streng optreden. X. roept deze anekdote veertig jaar later nog altijd op als een van de hoogtepunten van zijn relatie met zijn vader, ja van zijn leven tout court. Mocht dat nachtje stappen op ruzie zijn uitgedraaid, dan had dat misschien tot een breuk geleid – of het incident zou gewoon in de vergeethoek zijn beland, tussen alle andere hele en halve incidenten en meningsverschillen die de moeder had toegesust. De totaal onverwachte mildheid van de vader, die waarschijnlijk in het verdriet van zijn zoon iets van zichzelf had herkend, had een veel grotere en volkomen positieve impact.
Toch, zo denk ik nu, kan een dergelijke mildheid niet effectief zijn als daaraan geen strengheid is voorafgegaan. Het was maar doordat de vader doorgaans principieel en streng was, dat zijn tegemoetkoming echt onverwacht kon zijn en daardoor des te doeltreffender. Indien hij elke nacht zijn zoon op een borrel zou trakteren in plaats van op een reprimande, zijn gebaar zou ongeloofwaardig zijn en elke impact verliezen.