De criteria die ik hanteer om het ene boek beter te vinden dan het andere,
hebben niets met inhoud of moraliteit te maken. Enkel met vorm, stijl, taal.
Van Ilja Leonard Pfeijffers boek heb ik enorm genoten - en daar blijf ik bij!
-, maar dan wel op een totaal andere manier dan van
Goede mannen van Arnon
Grunberg, dat meer pijn dan vreugde verschafte, maar dat ik 'literair',
stilistisch dus, hoger inschat. Het is dwingender, kaler, consequenter in de
structuur, Pfeijffer etaleert graag zijn virtuositeit, Grunberg is beheerst in
zijn vakmanschap. Hij heeft al die toeters en bellen niet nodig om zijn lezer
diep te raken. Eén voorbeeld: ondanks de 500 bladzijden die het boek telt,
onthoud je elk woord dat hij gebruikt. Bij Pfeijffer riskeer je wel om af en
toe iets te missen. Overigens ben ik er niet zo van overtuigd dat Pfeijffer een
grotere optimist is dan Grunberg, en anderzijds ontwaar ik in de
zwartgalligheid van Grunberg toch ook een soort van mededogen, wat wijst op een
liefde, zij het illusieloze liefde, voor de mens en voor het leven.