zondag 30 juni 2019

19.18 * 45,5 * 24,3 * 900,3

Dudzele – Zeebrugge – Zuienkerke – Sint-Pieters

In Dudzele staat op een
armatuur een ooievaar.

’t Is nog wennen aan het zicht.
Wij hier: daaraan niet gewoon.

Ik beluister sprekende
hoofden in mijn oortjes en

vang op ’t uiteinde van de
lange havenmuur de wind

die mij naar huis terug drijft
door de Uitkerkse Polder.

5410

Sémelay (F) - 190413

zaterdag 29 juni 2019

facebookbericht 1192

Ik heb niets met Yasmine. Zij was een vrouw, een artieste die aan mijn aandacht zou zijn ontsnapt indien zij niet... Zij wou uit het lichtere genre opklimmen. Dat was moedig. Alle waardering daarvoor. Zij was gefrustreerd omdat dat niet zomaar lukte. Maar dat doet er niet toe. Wat mij diep raakt, is wat haar moeder zegt. Die moeder was, en is nog altijd en zal altijd zijn, de moeder van een kind, van een mens. Kijk op 57:50. De onvermijdelijke schuldgevoelens. En het verdriet dat nooit verdwijnt. Ik denk met liefde aan die moeder en heb veel moeite om begrip op te vatten voor het kind. Al heb ik daar eigenlijk niets over te zeggen. Maar toch. ik begrijp, probeer te begrijpen, het verdriet, de kwaadheid.

facebookbericht 1191

De criteria die ik hanteer om het ene boek beter te vinden dan het andere, hebben niets met inhoud of moraliteit te maken. Enkel met vorm, stijl, taal. Van Ilja Leonard Pfeijffers boek heb ik enorm genoten - en daar blijf ik bij! -, maar dan wel op een totaal andere manier dan van Goede mannen van Arnon Grunberg, dat meer pijn dan vreugde verschafte, maar dat ik 'literair', stilistisch dus, hoger inschat. Het is dwingender, kaler, consequenter in de structuur, Pfeijffer etaleert graag zijn virtuositeit, Grunberg is beheerst in zijn vakmanschap. Hij heeft al die toeters en bellen niet nodig om zijn lezer diep te raken. Eén voorbeeld: ondanks de 500 bladzijden die het boek telt, onthoud je elk woord dat hij gebruikt. Bij Pfeijffer riskeer je wel om af en toe iets te missen. Overigens ben ik er niet zo van overtuigd dat Pfeijffer een grotere optimist is dan Grunberg, en anderzijds ontwaar ik in de zwartgalligheid van Grunberg toch ook een soort van mededogen, wat wijst op een liefde, zij het illusieloze liefde, voor de mens en voor het leven.

driekleur 413

Troostprijzen waren rode, gele en zwarte ballons, die op de pier, de golfbrekers, op het strand tussen de mierende mensen, in de straten van grijze druipsteen als kleurige blazen vlekten.

Hugo Claus, De hondsdagen, 115-116