donderdag 28 september 2017

driekleur 331



Op school zongen we ‘Wij zijn één natie’ en ‘Noorwegen in rood, wit en blauw’ en het volkslied, we leerden over Henrik Wergeland en over de grondwet die op 17 mei 1814  in Eidsvoll was opgesteld. Thuis werden de strikken en de vlaggen tevoorschijn gehaald, en alles wat er maar aan fluitjes en toeters te vinden was. Op de dag zelf werd aan alle vlaggenmasten de vlag gehesen en al vroeg in de ochtend kwamen alle gezinnen hun huis uit, gekleed in klederdracht, jurk of net pak, met een mantel of overjas eroverheen als het koud was of regende, de kinderen met vlaggetjes in hun hand, soms zelfs met een muziekkoffer, want heel wat buurtkinderen speelden in een muziekkorps, en die hadden dan een uniform aan in plaats van hun nette kleren, die ze pas later aantrokken. Het uniform van het Tromøy Schoolmuziekkorps bestond uit een mosterdgeel jasje en een zwarte broek met een witte bies langs de zijkant en een zwarte, vreemdelingenlegioenachtige muts.

Karl Ove Knausgård, Zoon, 365