Met
Peachez, een
romance schreef Ilja Leonard Pfeijffer een luchtig maar geenszins banaal tussendoortje.
Een classicus van het type wiens voornaamste trance wordt veroorzaakt door het kunnen
toevoegen van een voetnoot aan een interpretatie van een apocriefe tekst die
door een zeer gespecialiseerde incrowd werd toegeschreven aan een obscure
kerkvader, en meer nog door het gepubliceerd zien van deze voetnoot in een
gerenommeerd vakblad, valt voor de digitale charmes van een weinig
fijnbesnaarde pornoster die vanuit cyberspace bij de erudiet een gevoelige
snaar weet te betokkelen, een gevoelige snaar waarvan de erudiet het bestaan
niet vermoedde. Onze vriend de wereldvreemde professor valt, om kort te gaan,
in de schelgelakte klauwen van de del: een herkenbare situatie want wie van ons
heeft al niet eerder via het scherm van zijn computer en het bijbehorende
toetsenbord een toenadering bewerkstelligd die de toets van de werkelijkheid
nooit zou doorstaan mocht het tot een toets van de werkelijkheid komen?
Pfeijffers verhaaltje is erg dun en ik zal het dan ook niet verklappen – mocht
u al niet zelf de afloop hebben kunnen verzinnen. Eén ding is zeker: het loopt slecht
af. Maar interessant aan deze
romance
is wel dat de auteur haar bijzonder grappig weet te houden en bovendien en
passant een paar zeer interessante filosofische uitweidinkjes laat
rondslingeren, onder meer, aan de hand van Tertullianus’ maxime over het geloof
credo quia absurdum, over de essentie
van de liefde: niet het voorwerp van het geloof/de liefde is het belangrijkste
maar wel de act van het geloven/liefhebben zelf.