Minister van
Cultuur
Er was noodweer deze nacht.
Ik schrok wakker van een klap
waarvan ik de herkomst niet kon
thuiswijzen. Mentaal stond op mijn
netvlies nog de tronie gebrand van
onze minister van Cultuur, die,
schutterig glimlachend, op niets anders
trots kon zijn dan op de brokkel-
kaasschaaf waarmee haar naam
voortaan onlosmakelijk verbonden
zou blijven. Eerder in diezelfde droom
had ik ook nog op een pechstrook
gestaan, op een landkaart de weg
zoekend naar de plaats waarvan ik
nu – Plaatsnamen:
de naam – de