17 mei 2005
B-H-V
Ja, als volwaardige commentator van het wereldgebeuren kan
ik toch niet B-H-V onvermeld laten. De kwestie heeft het België genaamde land
weken in de ban gehouden, de politieke agenda van het koninkrijk bepaald, het
bestuurlijk apparaat er totaal verlamd. En dan zou ik daar geen mening over
hebben.
Welnu, ik heb daar geen mening over.
De splitsing van het kiesarrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde laat mij volkomen onverschillig. Ik heb gehoord dat de
grondwet voorziet dat deze splitsing wordt uitgevoerd, en ik vind dat als de
grondwet stelt dat iets moet worden uitgevoerd, dat dat iets dan maar moet
worden uitgevoerd want het leven is al ingewikkeld genoeg zodat we niet moeten
dulden dat, als de grondwet zegt dat iets moet worden uitgevoerd, dat het dan
niet zou worden uitgevoerd, dan wordt het helemaal een soep en er zijn
belangrijker problemen.
Waar ik wel een mening over heb, is over een verschijnsel in
de rand van het hele B-H-V-event (of beter: non-event, want die splitsing is er
dus – en dat voor de Nederlandse lezers van deze blog die natuurlijk, en
volkomen terecht, ab-so-luut niet weten waar het hier over gaat en op welke
Vlaamse en Waalse gevoelige tenen er nu weer wordt getrapt – níet gekomen). Dat
verschijnsel betreft het aantreden van politici van alle Vlaamse politieke
partijen en subpartijen die min of meer een vinger in de pap te brokken hebben
in een televisiedebat, vorige zondag, in het programma ‘De Zevende Dag’ (ik zag
het pas in de nacht van zondag op maandag). Ze trekken fel van leer tegen
elkaar, er wordt danig geschimpt en gescholden. Echt nog zo’n ouderwets debat
van voor de tijd van de mediatraining, zeg maar. Leuke televisie. Maar er
bekruipt mij een onaangenaam gevoel. En dat wordt bevestigd door wat een
politoloog vanmorgen op de radio zegt. Dat die hele vertoning maar show is.
Partijen spelen twee soorten politici uit. Zij die op het scherm het imago
moeten uitdragen, de public relations verzorgen, en zij die intussen achter –
jawel: de schermen – de compromissen uitdokteren. Het is strategie.
Mediaconsumenten worden hier evenzeer gebruikt als potentiële oplepelaars van
yoghurt of gebruikers van een of ander deodorant. Democratie als een cynisch
opgezette schijnvertoning.