zaterdag 23 september 2017

driekleur 328



(…) daar waren de witte houten huizen, de smalle weg, en dan, aan de linkerkant, opeens het gele huis van opa en oma.
Papa reed het huis een klein stukje voorbij, de heuvel af, en reed toen achteruit terug, het tegenoverliggende steegje in. Alleen zo kon hij de korte, steile oprit op rijden.
Het gezicht van oma verscheen achter het keukenraam. Toen we uit de auto waren gestapt, die bijna tegen de geverfde garagedeur met zijn zwarte gietijzeren beslag geparkeerd stond, en het roodgeverfde bakstenen trapje op liepen, deed ze de deur open.

Karl Ove Knausgård, Zoon, 141