zaterdag 30 september 2017

getekend 256

Brugge, Sebrechtspark - 170913

4833

Ploudalmézeau (F) - 170803

getekend 255

Brugge, Gulden Vlieslaan - 170913

vrijdag 29 september 2017

4832 / mirage 122

Ploudalmézeau (F) - 070803

donderdag 28 september 2017

facebookbericht 1029



Ik reis drie keer per week heen en terug per trein naar Brussel en slaag er op die manier in zes tot zeven uur volledig geconcentreerd en comfortabel gezeten te werken. Benodigdheden: een zitje in tweede klasse (altijd voorradig als je in Brugge opstapt), een goed boek om te lezen of een laptop om te schrijven, een koptelefoon om, als er lawaai is (wat niet vaak gebeurt), mij met muziek voor mijn omgeving af te sluiten. Een dutje doen is ook altijd mogelijk. Plus: ik verkneukel mij als ik denk aan al die sukkels die per se in de file willen gaan staan en een parkeerplaats voor hun auto moeten zoeken.

4831

Omgeving Plouarzel (F) - 170803

driekleur 331



Op school zongen we ‘Wij zijn één natie’ en ‘Noorwegen in rood, wit en blauw’ en het volkslied, we leerden over Henrik Wergeland en over de grondwet die op 17 mei 1814  in Eidsvoll was opgesteld. Thuis werden de strikken en de vlaggen tevoorschijn gehaald, en alles wat er maar aan fluitjes en toeters te vinden was. Op de dag zelf werd aan alle vlaggenmasten de vlag gehesen en al vroeg in de ochtend kwamen alle gezinnen hun huis uit, gekleed in klederdracht, jurk of net pak, met een mantel of overjas eroverheen als het koud was of regende, de kinderen met vlaggetjes in hun hand, soms zelfs met een muziekkoffer, want heel wat buurtkinderen speelden in een muziekkorps, en die hadden dan een uniform aan in plaats van hun nette kleren, die ze pas later aantrokken. Het uniform van het Tromøy Schoolmuziekkorps bestond uit een mosterdgeel jasje en een zwarte broek met een witte bies langs de zijkant en een zwarte, vreemdelingenlegioenachtige muts.

Karl Ove Knausgård, Zoon, 365

wolken 2488-2499



wolkenfragmenten uit Karl Ove Knausgård, Zoon

2488
Op een zachte, bewolkte dag in augustus 1969 reed een bus over een smalle weg op een eiland in Zuid-Noorwegen, tussen weilanden en rotsen, grasvelden en bosjes door, over lage heuvels en door krappe bochten, soms met bomen aan weerszijden, als een tunnel, soms vlak langs de zee. (7)

2489
Maar daar liepen ze dus, op die warme, bewolkte dag in augustus 1969, op weg naar hun nieuwe huis, hij zeulend met twee zware koffers, vol jarenzestigkleren, zij achter een jarenzestigkinderwagen met daarin een baby in jarenzestigbabykleertjes, dat wil zeggen wit en met veel kant, en tussen hen in, heen en weer huppelend, blij en nieuwsgierig, benieuwd en vol verwachting, hun oudste zoon Yngve. (10)

2490
Is dat schepsel dezelfde persoon als degene die hier in Malmö dit zit te schrijven? En zal het schepsel dat dit in Malmö zit te schrijven, veertig jaar oud, op een bewolkte dag in september in een kamer waar het geroezemoes van het verkeer buiten klinkt en waar de herfstwind door het ouderwetse ventilatiesysteem giert, dezelfde zijn als de grijze, ineengedoken oude man die over veertig jaar misschien ergens in een bejaardentehuis in de Zweedse bossen beverig zit te kwijlen? (11-12)

2491
Achter ons was het wolkendek aan de hemel gescheurd. (27)

2492
De wolken in de richting van de stad waren wit. (31)

2493
Achter de zwiepende dennenkruinen joegen de wolken langs de hemel. (129)

2494
Het was bewolkt, maar de wolken waren van het witgrijze, lichte type dat weliswaar de hemel buitensloot, maar geen regen bracht. (138)

2495
Het was de wereld van het water en de lucht, de aarde en de bergen, de zon en de sterrren, de wolken en de hemel, al dat oude dat er altijd was en altijd was geweest en waar je daarom niet bij stilstond. (200)

2496
Overal om ons heen knalde het vuurwek, de hemel flakkerde voortdurend van de explosies, die we eerder vermoedden dan zagen, want het was bewolkt en mistig, dus van de sterrenregens en alle kleuren en patronen bleef niet veel meer over dan trillende lichtflitsen. (335)

2497
Het was bewolkt en niet zo heel erg warm; op het strand van Nabben was vast niemand. (346)

2498
Begin juni, blauwe lucht en geen wolkje aan de hemel. (374)

2499
Het was bewolkt en het grijze, doffe wolkendek leek alle kleuren uit het landschap te zuigen. (398)