woensdag 10 mei 2017

driekleur 306



Een tijdje kon het worden beheerst door enorme wolkenverzamelingen die net bergen leken, met kloven en ravijnen, dalen en spelonken, geheimzinnig midden in de blauwe lucht zwevend, het volgende moment kon er van verre een regenfront komen aandrijven, zichtbaar als een enorm grijs-zwart dekbed aan de horizon, en als dat in de zomer gebeurde, konden een paar uur later met slechts enkele seconden tussenpozen de meest spectaculaire bliksemflitsen het donker openscheuren terwijl de donder van de daken gerold kwam. Maar ik hield ook van de minder opzienbarende verschijningsvormen van de lucht, zelfs van de onveranderlijk grijze, regenachtige tegen de donkere achtergrond waarvan de kleuren op de binnenplaatsen onder me helder en bijna glanzend afstaken. het kopergroen van de dakplaten op zo’n moment! Het oranjerood van de bakstenen! En het gele metaal van de hijskranen, hoe helder kleurde dat niet tegen al dat grijswit?

Karl Ove Knausgård, Liefde, 69