Het is niet vergezocht daarin de archetypische formulering
te zien van de roes van de snelheid, de ‘versnellingsstrategie’. Ze is door
mensen als Baudelaire ontdekt, door de futuristen tot religie verheven en op
onze dagen gemeengoed geworden. Hoe banaal en alledaags deze bedwelming ook
geworden is, nog steeds, en op steeds meer mensen, oefent zij haar fysieke
tover uit. Crack en cocaïne zijn er de enigszins sensationele, het zappen (wat
Umberto Eco neo-TV noemde), de
videoclips en de computerspelletjes zijn er de dagelijkse exponenten van.
Lieven De Cauter, Archeologie
van de kick, 56
ǁ
‘Ik heb er alle begrip voor dat Sartre amfetamine nam’, zei
hij. ‘De snelheid opvoeren, er meer uit halen, in vuur en vlam staan. (…)’
Karl Ove Knausgård, Liefde,
558