maandag 22 mei 2017

afscheid van mijn digitaal bestaan 24



15 oktober 2004

een baarmoeder in de frituur

Gisterenavond op tv: een documentaire met spectaculaire beelden van wat zich allemaal in de baarmoeder afspeelt voor en na de ‘conceptie’. Het leek wel ruimtevaart: bij het binnendringen van de eicel werpt de winnaar-zaadcel zijn staart af, zoals een raket zijn zoveelste trap – ik moest meermaals denken aan de visionaire kracht van Kubricks 2001: A Space Odyssey. De documentaire bracht beelden van een helderheid en overtuigingskracht die ik nog nooit eerder had gezien. Wondermooi en tegelijk zéér bevreemdend. Ik zou op dit ogenblik niet graag zwanger zijn, zei ik nog tegen mijn vrouw. Wat kan er allemaal niet mislopen! Eigenlijk werd hier niets minder dan het mysterie van het leven in beeld gebracht: hoe die cellen zo precies wéten wat ze moeten doen, hoe ze elkaar vinden in het vormen van grotere gehelen… Wat voor een gegevensuitwisseling en coördinatie zit daar achter?

Een kwarteeuw geleden zag ik ook zoiets. Toen was de cameratechnologie nog verre van zo vergevorderd als nu, maar de geboden beelden waren daarom niet minder spectaculair. Eigenlijk waren ze veel spectaculairder: een minuscule camera werd op een sonde ‘ingebracht’ en filmde daar wat geen mens ooit had aanschouwd.

Ik zat toen niet thuis, zoals gisterenavond, maar kreeg de binnenbaarmoederlijke beelden op een wel erg onverwachte plaats te zien.

Ik was die avond naar het Gemeenteplein van Assebroek gefietst, om er aan het kraam onder de linde een portie frieten op te halen. Een puntzak, mét mayonaise: u kent dat wel, nietwaar? Tijdens het wachten viel er opeens een soort van gewijde, niet bij de plek passende stilte. Op het scherm van het kleine televisietoestelletje in de hoek van het kraam, ook zichtbaar voor de op de stoep aanschuivende klanten, drong juist, in onzeker zwart-wit, een zaadcel een eicel binnen. Een soort van gêne verspreidde zich in en voor het kraam: dit leek niet voor mensenogen bestemd. Toch niet voor ogen van mensen die frieten bakten c.q. kochten en op het punt stonden te verorberen. Maar er was toch ook een vorm van collectief ontzag, een onmiskenbare vreugde om wat daar werd getoond. Ei zo na werden de frieten vergeten: het vet begon al danig te pruttelen.

‘Het is toch ongelooflijk mooi,’ bracht de frituurvrouw nog uit terwijl ze de versgebakken frieten in een puntzak schepte. Ik kon dat alleen maar beamen.