MORSIG
De kortste weg tussen twee punten is niet de rechte lijn. U
realiseert het zich misschien niet wanneer u een reisroute uitstippelt of de
zoom van uw gazon bijknipt. Maar toch is het zo. In het heelal, die meest
buitensporige gril van de natuur, gelden wetten die wij met ons eenduidige
verstand moeilijk kunnen bevatten. Omdat ze niet eenduidig zijn.
Zag u het ook, eergisteren, dat programma op de BRTN over de
huidige stand van zaken in de astronomie? Boeiende televisie, bondig en
bevattelijk gebracht en, vooral, begrijpelijk voor sterrenleken.
Naast de verwondering die dit soort programma’s bij mij
altijd teweegbrengt, overviel mij deze keer nog een ander gevoel. En dat had
precies met dat onrechtlijnige te maken. Een vleugje poëzie, dat mij via de
omweg van de televisie vanuit de galaxieën bereikte.
Het heelal houdt er een eigen, bizarre logica op na. Een
logica die mij liever is dan de drijfveren die tot kaarsrechte gazonzomen
nopen. Zo ontstaan en vergaan sterren wanneer het hen uitkomt. Of wist u – ik in
elk geval niet – dat het licht van sommige sterren zich in een gebogen lijn om
een object heen kan buigen, waardoor wij sterren te zien krijgen die zich
achter een ander sterrenstelsel bevinden? Wist u dat zwarte gaten, omdat ze te
schrokkerig zijn, morsen? De meeste materie verdwijnt erin, maar een klein deel
– de kruimels – wordt in grote fonteinen opnieuw de ruimte in geslingerd.
Wat een troostend, poëtisch beeld. De dichter Lucebert zei
het al: wij zijn kruimels op de rok van het universum. Opgerispt door een
verzadigd zwart gat.
Twintig jaar geleden gepubliceerd in De Standaard van 13 september 1995