Grijs kantoor. Partijlogo’s. Plastic bekertjes.
Laatste bureauvergadering voor de vakantie. Ben, Theo en Bart blijven als
laatsten achter.
BART: Dus, dat is afgesproken? We blijven in de media aanwezig. Maar niet
met de taxshift.
BEN: Probleemloos!
BART: Ik reken op jullie. Dat zullen we dan toch maar weer eens lekker
gefixt hebben. Taxshift erdoorheen gejaagd en zelf mooi buiten schot. (Hilariteit)
BEN: Ja, de Kris gaat er niet mee kunnen lachen. Die heeft vakantiewerk om
de achterban te sussen.
BART: De échte Clooney gaat zich van de zomer beter amuseren. (Hilariteit)
THEO: Ja, in een of ander mediterraan belastingparadijs.
BART: Zeg, Theo, over de Mediterranée gesproken. Houdt gij dat potje warm deze
zomer?
THEO: Komt in orde, baas.
BART: Snedig, maar niet te hevig, hé. (Zijdelings
tot BEN: ‘Hij spreekt me nu eindelijk met “baas” aan. ’t Heeft lang geduurd.)
THEO: Wat zitten jullie daar te fezelen?
BEN: Niets, Theo. Niets. Maakt u geen zorgen. Hebt ge gehoord wat den Bart
zei? Niet te hevig kappen op die bootvluchtelingen.
THEO: Komt in orde. Begin ik ermee als gij in congé gaat, baas?
BART: Ja. Dat is voor de eerste tien dagen. Er zullen hoe dan ook bootvluchtelingen
zijn, dus dat komt wel in orde. Maar wat doen we de laatste week voordat ik
terug ben? Hebt gij ideëen, Ben?
BEN: Iets met verkeer?
BART: Te lastig. Daar kunt ge niet mee scoren. En voor ge het weet zijn ze
daar weer met hun gezever over Uplace en Oosterweel.
THEO: Of de bedrijfswagens.
BART: Juist, Theo, de bedrijfswagens.
(Er valt even een stilte in het
partijbureaulokaal.)
BART: Wanneer valt dat Offerfeest dit jaar?
BEN: Gôh, dat kan ik zo niet uit het hoofd zeggen. Wacht, ik zoek het even
op.
BART: Een minister van Dierenwelzijn hoort zoiets uit het hoofd te weten,
Ben.
BEN (zoekend op zijn smartphone):
Ja, baas.
THEO: Ik vind wel iets voor die bootvluchtelingen.
BART: Goed, Theo, ik reken erop. Houd het vuur brandend. Remigandum est cum remis quod habemus. We moeten roeien met de riemen die we hebben.
BEN: 23 september!
BART: Wat, 23 september?
BEN: Wel, het Offerfeest. Dat valt dit jaar op 23 september. Kijk, hier
staat het: ‘de tiende dag van de twaalfde maand van de islamitische kalender’…
BART: Ja, ’t is al goed. Wel, lanceer in die laatste week van mijn congé
iets over dat onverdoofd slachten. Dat houdt de mensen bezig. Die schattige
schaapjes en zo, ge weet wel. En ge hebt nu Dierenwelzijn, wel, ge moet die
troef uitspelen.
BEN: Maar de Joodse lobby? Wat gaan die zeggen?
BART: Ja, daar heb ik ook aan gedacht. Da’s lastig. Maar weet ge, de honderd
stemmen die we bij die pijpekrullen verliezen, wegen niet op tegen de paar
duizend die we binnenhalen door te hameren op dierenwelzijn en tegelijk tegen
de kar van de islam te rijden. Ik rust niet voor we de laatste Blokker beet
hebben, en wie weet kunnen we zelfs een paar halfzachte groenen of vegetarische
ACW’ers overtuigen.
THEO: Zullen de sossen niet wijzen op het feit dat het in onze eigen
slachthuizen niet veel beter gaat?
BART: Tuurlijk, Theo, maar de kwestie is om zelf het eerst aan zet te zijn.
Ben, ge weet wat doen hé?
BEN: Aïaï, sir. Komt dik voor mekaar in de Dikvoormekaarshow!
BART: Allez vooruit. Ik moet er vandoor. Koffers pakken. Viduli capendi sunt. Een welverdiende
mediapauze inlassen! (Hilariteit) En
zorgt dat er geen klachten zijn!
BEN: Ge kunt op uw twee oren slapen, Bart.
THEO: Tot uw orders, baas.
BART: Tiens, ik wist niet dat ik twee oren had. (Hilariteit)