vrijdag 21 augustus 2015

driekleur 200



(…) het dorp telde hooguit driehonderdvijftig zielen en ongeveer twaalf familienamen, waarvan ik mij Michiels, Van Looveren, Floren en Verdyck herinner, en waarvan de aartsmoeders krom en klein door weer en wind kerkwaarts schoven, gehuld in lange zwarte mantels en kanten mutsjes met brede gele linten, weduwen sinds jaar en dag, en die allemaal Mieke heetten, evenals de oudste dochter van ieder huisgezin die Màrja gedoopt werd en de oudste zoon Jos, en ze hadden allemaal strokleurig haar, zomersproeten, rode wangen en varkensogen (…)

Jef Geeraerts, Tien brieven rondom liefde en dood, 84