maandag 10 augustus 2015

mijn woordenboek 424


AVOND

Om half zes ‘s ochtends probeer ik mij nuchter voor te stellen hoe de avond is. Buiten heerst nog de duisternis. Zij zal terugkomen nadat zij weer enige tijd verdwenen is. Daar gaan we van uit, de aarde is rond.

De avond brengt, nadat de hindernissen van de dag overwonnen zijn, de afdaling naar de vlakte. Vermoeidheid en weerloosheid treden in, weerstanden worden overwonnen. Met de nacht in zicht wint onmiskenbaar een m’enfoutisme het pleit.

Reeds valt de sluimer die tegen middernacht, of iets daarna, een deken vormt. De avond brengt geen creaties. Daartoe ontbreken energie en concentratie; er zijn al te veel indrukken geweest. ‘s Avonds is receptiviteit aan de orde. De geluiden van de stilgevallen straat komen binnen. De uren zijn compacter en intenser dan die van overdag, wanneer ze in agendablokken zijn opgedeeld. Ze verglijden. Als er geen gasten zijn, meestal dus, brengt een film of een boek soelaas, of, als de dag te zwaar is geweest, een Zweedse krimi met psychologisch zwaar getraumatiseerde outcasts die het gevaarlijkst blijken wanneer de al te korte Scandinavische winterdag overgaat in een uitzichtloze poolnacht. Wanneer, met andere woorden, de avond al voorbij is nog voor hij valt.

In de loop van de avond nijpt de nood aan bevrediging, in welke vorm ook die nood en die bevrediging een uitweg zoeken. Er is verwachting, er zijn omstandigheden, er is wat er is – zodat er nu eens een zoete roes is en dan weer een bittere ontnuchtering. Naargelang van de uitkomst van deze spanningsboog, dient het bed zich aan als een evident verglijden of als gevolg van een abrupt wilsbesluit dat wringt en onverzoend blijft met de werkelijkheid.

Het middernachtelijke radionieuws maalt de mantra nog eens af met de al ettelijke malen gedebiteerde calamiteiten van het voorbije etmaal: ook vandaag werd de wereld niet gered. En dan volgen nog de krantenkoppen van de volgende dag. Maar eerst is er het wonder van de afwezigheid en – een hand tast slaapdronken naar de knop van de leeslamp – het vooruitzicht van hernieuwde luciditeit.