maandag 3 augustus 2015

los ingeslagen 254


Peter Buwalda lijkt mij een gedreven, sympathieke maar niet ‘gemakkelijke’ man. Meer dan één keer zei dat hij de schrijver is van tot nu toe slechts één boek (Bonita Avenue) en dus eigenlijk ‘te vroeg’ in Zomergasten werd opgevoerd. (Impliciet is de aanname dat dat programma een ‘instituut’ is: gast zijn in Zomergasten is zo’n beetje de Nederlandse pendant geworden van wat in Frankrijk opgenomen worden in de Académie Française is. Dat is een parkeerhok voor oude knarren, en Zomergasten lijkt zich daarvoor te willen behoeden door ook relatief jonge mensen op te voeren. Maar daarmee stapt het misschien al te gewillig mee in de algemeen maatschappelijke trend van verjonging en opleuking. Simone van Saarloos, die volgende week aan de beurt is, wordt aangekondigd als ‘de jongste zomergast ooit’.)

Het werd een mooie aflevering, met Buwalda. Het begon met het eerste televisieoptreden van Elvis Presley (‘het moment waarop de generatiekloof zich vormde’), en daarna kwamen onder meer een toespraak van Obama aan bod waarin de president als een priester een hymne begon te zingen (‘ik wil blíjven geloven dat het niet geregisseerd was’), een illusionist die een naald door zijn arm prikt, twee facebookvrienden die elkaar opzoeken en met een heel andere realiteit te maken krijgen dan deze die ze zich hadden voorgesteld, een stukje Van Dis met Karel van het Reve, een interview met Philip Roth (‘niet de roman is dood maar de lezer’), een kever die op een helling een mestbal naar boven duwt, een Chinees gezin dat met Nieuwjaar voor één dag samen is, de violiste Janine Jansen die een vioolconcert van Beethoven aanzet en ik vergeet er nog wel een paar.

Op zich waren dat allemaal wel mooie en interessante fragmenten, en wat erover gezegd werd, bleef mij drie uur lang boeien. Maar ik miste een grote lijn, een rode draad. Hoezeer gastheer Wilfried de Jong ook zijn best deed er een te ontwaren of ontwarren.

Alvast één bleef er onbenut liggen. Op een gegeven ogenblik ging het over het gezin waaruit Buwalda komt. Toen hij vijf was, vertrok zijn vader. Een stiefvader kwam in de plaats en dat verliep blijkbaar allemaal vrij goed. De band met moeder bleef al die jaren uitstekend, zijn vader kreeg Peter dertig jaar niet te zien. Nu dus wel, maar de gesprekken verlopen nog niet echt vlotjes. Buwalda heeft zijn bedenkingen bij het instituut huwelijk: slechts één op de tien lukt, zegt hij. Maar dat hoeft niet erg te zijn: hij ziet de meerwaarde van de bloedverwantschap niet. Met stief kan het ook, zo heeft hij aan den lijve ondervonden.

Dan gaat het, onder meer, over het verwachtingspatroon dat ouders ten aanzien van hun kinderen hebben (naar aanleiding van dat Chinees gezin, als ik het mij goed herinner). Het kind kan daaraan beantwoorden, of ook niet. Je kunt, zoals in het verhaal van Kafka, plots als een kever ontwaken en dan moet je zo verder met je gezinsgenoten, die nooit hadden verwacht dat je een kever zou worden. We weten van zijn fameuze brief hoe het inzake verwachtingspatronen tussen Kafka en zijn vader zat, maar daar had Buwalda het niet over. En zo liet hij nog wel meer kansen liggen. Bijvoorbeeld toen hij uit de documentaire film (over insekten) Microcosmos het fragment liet zien van een kever die een bol mest tegen een helling bezaaid met hindernissen oprolt. Het beest heeft het niet onder de markt met die ronde last die wel twee keer zoveel weegt als hijzelf en tuimelt herhaaldelijk met bal en al naar beneden. Waarop hij, trefzeker de juiste richting bevroedend, opnieuw begint. De vergelijking met Sisyphus wordt gemaakt, maar voegt weinig toe. De mogelijke verwijzing naar Gregor Samsa, de kafkaëske kever, blijft echter onbenut – en dat had misschien meer opgeleverd: hoe in de relatie tussen ouder en kind een vervreemding kan optreden; ook met het kind dat niet aan de verwachtingen beantwoordt (dat een kever wordt), moet worden doorgegaan (die bal moet nu eenmaal die helling op); de bloedband valt, hoe dan ook, nooit weg te cijferen. En daar lagen dan weer mogelijkheden in het persoonlijke verleden van Buwalda: zijn relatie met de stiefvader en de na dertig jaar opnieuw opgenomen relatie met de ‘echte’ vader, enzovoort.