Dag Jos,
Wat een mooie mail
met deugddoende complimenten. Het doet me werkelijk veel deugd te horen dat je
af en toe met plezier nog eens iets van mij leest.
Uiteraard zijn er
meningsverschillen. Kan moeilijk anders: ik ben nogal uitgesproken, om niet te
zeggen rabiaat anti-Vlaams-nationalistisch en anti-neoliberaal. Ik zeg niet dat
jij het bent (weet ik niet), maar je zult je toch wel wat minder ter
linkerzijde ophouden, veronderstel ik.
Ik voer ter
vergoelijking van mijn fanatisme aan dat mijn kijk gevoed wordt vanuit een
behoorlijk veelzijdige professionele ervaring: ik ben werkstudent geweest,
werkloos, milicien, nepstatuter, schaamteloos uitgebuit door een hardwerkende
middenstander, ambtenaar, tewerkgesteld in 'de privé', zelfstandige en nu ben
ik opnieuw (halftijds) ambtenaar. Deze veelzijdige ervaring laat mij, denk ik
toch, toe om te stellen dat we hier, zeker in vergelijking met zowat alle andere
plaatsen ter wereld, nog altijd in de best mogelijke aller werelden leven, dat
die best mogelijke aller werelden slechts in schijn democratisch is, dat er
veel te hard wordt gewerkt en ook nog altijd veel te veel wordt gesjoemeld, dat
de mensen zich – waarschijnlijk uit verveling – een heleboel schijnbehoeften
laten aanpraten, dat solidariteit geen evidentie meer is, dat de kloof tussen
arm en rijk veel te groot wordt, dat de overheid er alles lijkt aan te doen om
het sociaal weefsel af te breken (waarschijnlijk omdat ze op die manier de
kritiek hoopt te smoren), dat de mensen opvallend vaak ongelukkig lijken en dat
ik een geprivilegieerde bofkont ben. En dat de wereld naar de verdoemenis gaat
maar dat lossen onze kinderen wel op – oeps, dat klinkt wat cynisch.
Ik stem al heel
mijn leven Groen en ben nu aan het aarzelen of het de volgende keer niet
linkser moet. Ik schreef bijna ‘nog linkser’, maar doe dat bij nader inzien
beter niet.
Ik ben blij te
horen dat (…).
Hopelijk hebben
jullie niet al te veel fysieke klachten. Ik herinner mij uiteraard jouw
perikelen, en meen mij te herinneren dat G. vaak door rugpijn geplaagd werd. Ik
mag hopen dat deze klachten binnen menselijke proporties blijven en dat we in
dit grensgebied tussen net niet of net wel rijp en opgegeten worden door de
wespen zoals jouw vijgen nog enkele mooie jaren (touchons du bois) voor
de boeg hebben en dat het scheepje waar die boeg deel van uitmaakt nog enige
tijd zeewaardig blijft, of dan toch zeewaardig genoeg om onze overtocht van
niets naar niets tot een goed einde te brengen (mooi hé?).
Jos, wil je mijn
groeten overbrengen aan G.?
Beste groet,
(ps. Dit is
natuurlijk wel een mooie en blogwaardige brief – wat denk je, Jos, als ik jou
onherkenbaar maak en de paragraaf over jouw en mijn familiale omstandigheden
weglaat, mag ik dan...?)