Varengeville (F) - 140926 |
dinsdag 30 december 2014
Patrice Chéreau, Son frère
los ingeslagen 193
Son frère is de
verfilming door Patrice Chéreau (2003) van de gelijknamige roman (2001) van
Philippe Besson. Film en boek kruisen tijdens deze laatste dagen van het jaar
toevallig mijn pad. Ik begon eergisteren met de roman en ben er nog mee bezig,
gisteren bekeek ik de film. Niet echt de ideale chronologie, ik geef het toe,
maar het is daarom niet minder instructief. Ik ben alert voor hoe datgene wat
ik al las op mijn receptie van de beelden inwerkte, en omgekeerd zie ik hoe
sterk de beelden het vervolg van mijn lectuur beïnvloeden.
Son frère (boek
én film) brengt het verhaal van twee broers. Luc is getuige van de ziekte en
het sterven van Thomas. ’t Is een treurig ziekenhuisverhaal, dat vanwege zijn
voorspelbaarheid alleen maar overeind kan blijven door wat ernáást gebeurt: de
uitdieping van de karakters, de kwaliteit van de enscenering, de vertelstijl, de
filmische kwaliteit van de beelden. Geen gemakkelijke klus. Noch voor de
romancier, noch voor de regisseur.
De film heeft mij ontgoocheld.
Ik zei dat ik alert was voor de manier waarop de beelden
het vervolg van mijn lectuur hebben beïnvloed. Ik had, bij het verder lezen ná
het bekijken van de film, vooral oog voor de selectie die de regisseur heeft
gemaakt. Dat is op zich geen probleem want een filmscenario is onvermijdelijk
(veel) beknopter dan een roman. De woorden van een uitgeschreven verhaal hebben
het voordeel dat ze de situaties, en vooral de gevoelens, veel dieper kunnen
uitspitten. De beelden moeten het hebben van hun onmiddellijke zeggingskracht,
van de impact die het visuele nu eenmaal gemakkelijker maakt dan het verbale.
Maar. Sommige verhaalelementen van romancier Besson
worden door regisseur Chéreau achterwege gelaten op vervormd. Bijvoorbeeld de
geschiedenis van de zoutwinning op het Île de Ré, waar Besson nochtans tamelijk
uitvoerig op ingaat. Dat is evenwel een minder belangrijk item. Essentiëler, voor
zowel roman als film, is het thema van de erotiek. Wat doe je met je lichaam
als je wil troosten, of als je moet getroost worden? Wat betekent seks nog in
het leven van de broer die gezond blijft maar die moet toezien hoe het lichaam
van zijn broer teloorgaat? Philippe Besson raakt dit thema in zijn roman gevoelig
en subtiel aan. Terughoudend. Voorzichtig. Interessant aan zijn roman is dat er
veel aandacht en begrip is voor de omgeving van de zieke. Niet iedereen heeft
de morele en psychische kracht om op de juiste manier bijstand te verlenen.
Sommigen haken af. Kun je het hun kwalijk nemen? Besson is mild. Maar diegene die
wel, door de bloed- en broederband daartoe gedwongen, de zorg over de zieke op
zich neemt, heeft daarnaast ook een privéleven.
Luc, de broer van de zieke Thomas, is homoseksueel. Dat kan
wat mij betreft uiteraard perfect, maar ik heb moeite met de manier waarop dit gegeven
in de film wordt vertaald. Voor Besson, van wie ik de seksuele voorkeur niet
ken en ook niet hoef te kennen, is dit gegeven essentieel omdat hij de aard van
de broederband wil uitdiepen. Dat kan hij beter als de trooster in zijn privéleven
relaties aangaat die daar nauwer bij aanleunen. Chéreau echter gaat een stap
verder – dat wordt maar al te duidelijk als je het boek en de film met elkaar
vergelijkt.
En dan heb je het inderdaad over keuzes, vervormingen en
coupures.
Ik neem een concreet voorbeeld. In de roman vertelt
Besson hoe Thomas wordt klaargemaakt voor een operatie. Twee verpleegsters
scheren zijn oksel-, borst-, buik- en schaamhaar. Besson legt de nadruk op het
vernederende van deze interventie. In zijn boek zijn de verpleegsters niet
bepaald vriendelijk en zelfs niet zachtzinnig. Chéreau daarentegen grijpt de
scène aan om te esthetiseren. Om te erotiseren zelfs. Hij brengt de hele
scheerbeurt bijzonder fraai in beeld, zoomt vakkundig in op het mooie lichaam
van zijn hoofdrolspeler, ja, brengt hem zelfs als een echte Mantegna-Christus in
beeld: liggend op het bed, voeten op de voorgrond, met een flatterend
perspectief op tors, nek, kin en kop.
’t Is het verschil tussen een empathische benadering, met een kritische blik op het ziekenhuisbedrijf, en een homo-erotische benadering die mij nog op andere momenten in de film de haren ten berge heeft doen rijzen. In die mate zelfs dat ik eigenlijk wel nieuwsgierig ben naar de manier waarop Besson tegen de verfilming van zijn roman heeft aangekeken.
maandag 29 december 2014
facebookbericht 692
Op Facebook werd iets gepost over het ‘multicultureel
bolsjevisme van de VRT’. Ik mengde mij in het discussietje dat daarop volgde.
Ik vond dit een bijzonder interessante discussie.
Ik trek er de volgende conclusie uit. Nu de hele zwik gepolariseerd is,
blijkbaar, mag je nooit de fout begaan van niet
over het muurtje te kijken. Je dreigt vervreemd te geraken. Vandaag heb ik over
het muurtje gekeken, en ik moet zeggen, het bleef allemaal nog zeer beschaafd
en vriendelijk. Dankuwel Erwin Vermeire daarvoor. U was nog tamelijk beleefd,
als ik het zo vergelijk met uw vrienden op de fora her en der. Maar het is toch
confronterend om te zien hoe ànders het er daar uitziet, aan de overkant.
'Bart' die de geldkraan dichtdraait; de westerse beschaving die alle andere in
de schaduw stelt; Bart De Wever die begrijpt dat hij met het vreemdelingenthema
geen extra stemmen zal halen; het zelfstandig Vlaanderen dat de migratiewetgeving
zal aanscherpen; de media die in een vuile oorlog verwikkeld zijn met de
'V-partijen'... Ik verzin niets, het staat allemaal hierboven. Ook op de pagina
van Erwin Vermeire, overigens, staat nog meer van dat fraais. Allemaal zeer
beschaafd en vriendelijk. Ik kan er alleen maar uit afleiden dat het een andere
planeet is daar aan de andere kant van de muur, intussen. Maar wellicht denken
ze daar hetzelfde over mijn kant, die ook de kant is van Koen Peeters en Ankie
Vandekerckhove. Dank u voor uw steun, Koen en Ankie. Ik voelde mij een beetje
onveilig in deze krabbenmand. Gelukkig is er ook nog Luc Van Braekel, die zich
zeer opvallend afzijdig heeft gehouden, hoewel hij toch het vuur aan de lont
stak. In het beste geval is hij ook niet zo gelukkig met de voortvarendheid van
zijn kompanen. Allez vooruit, nog een goede nacht voor iedereen. En ik wens
iedereen, Vlamingen, flaminganten en 'belzen', een vredevol 2015. En dat we ons
in dat komende jaar eens met de werkelijk urgente problemen bezighouden.
*
Het is confronterend te zien hoe die mensen denken. Maar
je moet altijd beseffen dat ze precies hetzelfde over 'ons' denken. En dat is
dan ook weer confronterend.
Abonneren op:
Posts (Atom)