maandag 5 maart 2012
schrikkel 059
Na een lange en vermoeiende dag op het werk heb je echt geen zin om lang te zoeken, laat staan om je te laten bevangen door de paniek die je overvalt wanneer je denkt: ‘Laat het geen waar zijn, toch niet alweer gestolen.’ Om dat soort onaangenaamheden te vermijden, kun je bij het ’s ochtends parkeren van je fiets drie maatregelen in acht nemen om het ’s avonds terugvinden ervan te vergemakkelijken. Eerst en vooral moet je je fiets altijd in hetzelfde rek achterlaten. Of dan toch zeker in hetzelfde compartiment van de fietsgarage. Tweede stelregel: memoriseer telkens waar precies je vandaag een vrije plaats hebt gevonden: voor- of achteraan, links of rechts. Zeker als je niet in je gewone rij of compartiment hebt kunnen parkeren, is memoriseren ronduit onontbeerlijk. Derde maatregel die je kunt nemen, is je fiets doen opvallen: met een felgekleurde sticker, wimpel of zadelovertrek laat je stalen ros zich des te makkelijker terugvinden. Deze laatste voorzorg moet je natuurlijk niet elke dag opnieuw uitvoeren. Maar het probleem bij deze maatregel is wel dat je niet de enige bent die op het idee is gekomen – zo kun je in de fietsengarage wel meer rode zadelovertrekken met witte stippen aantreffen. Toch blijft het makkelijker om in een overwegend grijs bos een vliegenzwam terug te vinden dan een boleet.