331
Ik kijk omhoog en tuur naar de voorbijtrekkende wolken. (162)
332
In de loop van de ochtend zal de bewolking oplossen en dan krijgen we weer zo’n schitterende middag, maar vooralsnog zijn de struiken en bomen nauwelijks zichtbaar. (167)333
Wolken als menselijke gezichten, als landkaarten, als droomdieren met tien poten. (182)334
Het was een sombere, bewolkte zondag halverwege december. (231)