Van gisteren wil ik mij herinneren dat ik ontwaakte uit een uiterst ingewikkelde droom met een aantal Woestijnvis-protagonisten, dat de visser die de trabucco achter de kerk gebruikt de graffiti op de vers gerestaureerde muur boven de klip vandalismo puro noemde, dat we zagen hoe een duiker mossels plukte en ze vervolgens sorteerde op de eerste trede van de trap die naar boven leidt, dat de bakkerin ons erin probeerde te luizen met een 5 euro-biljet, dat de busrit naar Peschici ons langs gore kampeerterreinen en een afgebrand stuk rotskust voerde, dat ik, terwijl we in een parkje picknickten, vertelde over een ver verleden waarin een Italiaanse vrouw, een Vespa en de internationaal gerenommeerde kunststad Firenze een rol speelden, dat ik een hele tijd op de rotsblokken op het uiteinde van de pier naar het bovenop een kaap gelegen stadje keek en dat ik, eens we na een trage busrit met een voortdurend handenvrij telefonerende chauffeur eindelijk terug in Vieste waren aangekomen, tijdens onze maaltijd van brood, olijven, salami, kaas, zout, tomaten, wijn en water, een Russischtalige vrouw zag met de ogen van Jacques Anquetil.
Vandaag blijven we een laatste dag in Vieste, met niets op het programma.