Van gisteren wil ik mij herinneren dat P. vertelde over haar jaar in de Waalse kostschool en dat niemand er wist dat ze eigenlijk Nederlandstalig was, en hoe ze ook niet vergeten was – ik wel – dat ik ermee inzat dat haar vingers zo’n pijn deden van de kou toen ze mij een heel eind moest voortrekken op de slede, ik moet toen een jaar of vier zijn geweest.
Vandaag moet ik nog altijd die poëziedebuutrecensie afwerken, het komt er maar niet van.