Ellen Deckwitz, De steen vreest mij
149
Rondjes razend om het huis, / smeulende wolken, er is iemand / die het ziet. […] (13)
150
[…] soms // kruipen er wolken voor de zin. (15)
151
Een aalscholver stort uit de wolken, scheert / over het oppervlak. (34)