maandag 22 augustus 2011

Karamazov 11

IV.4.
Aljosja komt aan bij de Chochlakova’s en verneemt daar van mevrouw Chochlakova dat ook Katerina Ivanovna en Ivan daar zijn, en dat Lise hysterisch is geworden toen ze hoorde dat hij kwam. Ze vraagt Aljosja om haar brief te vernietigen, het was maar een grap. Maar Aljosja zegt dat hij de brief ernstig opneemt en dat hij ermee instemde om met haar te trouwen, ook al is ze gebrekkig. Lise lacht het weg, of doet alsof. Mevrouw Chochlakova neemt Aljosja mee naar de salon, waar Ivan en Katerina ruzie aan het maken zijn.

IV.5.
Aljosja beseft dat de betrekkingen tussen Dmitri, Ivan en Katerina worden gestuurd door ‘emoties’. Voor wie zal Katerina kiezen? En voor wie moet hij partij kiezen in de rivaliteit tussen Dmitri en Ivan, want hij ziet ze allebei even graag? Katerina deelt – geëxalteerd – mee dat ze heeft besloten Dmitri, ondanks wat er de vorige avond is voorgevallen, altijd trouw te blijven. Mevrouw Chochlakova vindt dit verkeerd, Ivan daarentegen steunt Katerina, maar de manier waarop hij zijn steun betuigt laat de mogelijkheid open om hem van ironie te verdenken. Aljosja doorziet Katerina: zij wendt volgens hem liefde voor Dmitri voor, terwijl zij zegt niet van Ivan te houden – en zij doet dat alleen maar uit een door liefde voor Ivan ingegeven kwelzucht. Ivan denkt er anders over: hoe meer Dmitri Katerina vernedert, hoe meer Katerina van Dmitri houdt. En nu heeft hij er genoeg van: ‘Ik wil niet naast een vat vol emoties zitten’ – en hij verlaat het pand. Aljosja voelt zich schuldig. Alvorens ook van het toneel te verdwijnen, vraagt Katerina hem nog om een gunst: of hij tweehonderd roebel kan bezorgen aan stafkapitein Snegirjov, die het slachtoffer is geworden van Dmitri’s baldadigheid. Het is zwijggeld want Snergirjov overweegt klacht neer te leggen.

Met dit soort passages, die niet het niveau halen van een doordeweeks Frans boulevardstuk, stelt Dostojevski het geduld van menig 21ste-eeuws lezer danig op de proef. Wat een aaneenschakeling van hysterische, inconsistente, ongeloofwaardige taferelen met bordkartonnen personages die voortdurend van mening veranderen en voor wie je geen greintje sympathie of inlevingsvermogen kunt opbrengen! En het blijft maar duren! En als het nu nog grappig was!

IV.6.
Bij het incident met Snergirjov was ook een kind betrokken en Aljosja vermoedt nu dat dit kind het kind was dat hem in de vinger heeft gebeten. Hij gaat eerst langs bij Dmitri maar daar verneemt hij dat Dmitri al drie nachten weg is. Dan maar naar de aan lager wal geraakte stafkapitein Snergirjov, om Katerina’s geld te overhandigen. Hij komt er in een ‘nederige stulp’ terecht en vindt daar inderdaad dat kind, Iljoesja. Snergirjov is op cynische wijze onderdanig en stelt zijn benenloze vrouw Arina Petrovna en zijn dochter Varvara Nikolajevna aan Aljosja voor. Hij neemt Aljosja mee op straat om iets met hem te bespreken.

IV.7.
Snergijov vertelt Aljosja wat Dmitri hem heeft aangedaan en Aljosja belooft hem dat hij Dmitri zal dwingen zijn excuses te komen aanbieden. Snergijov vertelt ook dat hij voor Fjodor zaakjes opknapt en dat hij zich nu gedeisd houdt om die broodwinning niet te verliezen. En dat Iljoesja de vernedering van zijn vader door Dmitri heeft gezien en daardoor nu voor het leven zit opgezadeld met een haat jegens de rijken. Bovendien pesten ze hem op school en is hij er ziek van. Aljosja overhandigt Snergijov de tweehonderd roebel van Katerina. Snergijov vertelt wat hij daar allemaal mee kan doen en lijkt gelukkig, hij geraakt in extase, maar dan weigert hij toch het geld en verklaart kwaad dat hij zijn eer niet verkoopt.

De personages bij Dostojevski zijn altijd dubbel. Ze worden heen en weer geslingerd tussen tegengestelde emoties – en dat gaat vaak gepaard met geëxalteerde, aan waanzin grenzende gemoedsbewegingen.