Van gisteren wil ik onthouden dat ik Lecce zag als een duochrome stad van hemelsblauw en beige, dat ik na zeventien barokkerken het verband begon te zien tussen de contrareformatie en pornografie, dat ik begon te walgen van de volksdevotionele santenboetiek in die kerken: de don Bosco’s, de Moeder Godsen, het met brandende kaarsen van 50 eurocent te vereren hoofd, of toch een replica ervan, van Johannes de Doper… Wat een vreselijke, griezelige, perverse godsdienst is dat katholicisme. Ik wil ook onthouden dat we op het dakterras van ons hotel een prettige ontmoeting hadden met twee Nederlandse stellen – dat was wel een verademing na het tafelgesprek met een gecrispeerd en hautain koppel uit Parijs.
Vandaag rijden we met een huurauto naar de zool van de hak van Italië.