Van gisteren wil ik onthouden dat ik voor de tweede keer in twee dagen in de auto koud kreeg van Voor ik het vergeet van Spinvis, dat ik mij in de Aldi liet verleiden tot de aankoop van een hele reeks niet meteen noodzakelijke maar onwaarschijnlijk goedkope goederen, en dat ik het aantal reisfoto’s in een eerste selectie kon herleiden van een belachelijke achthonderd tot een al wat redelijkere driehonderd – maar daar moet zeker nog eens de helft van af.
Vandaag gaan we naar Watou voor een bezoek aan de Poëziezomer aldaar. Ik zal er kunnen spreken met de samenstelster van het beeldendekunstprogramma Hilde Teerlinck.