Van gisteren zal ik onthouden dat ik, toen ik om vijf uur ’s ochtends in de stoel was gaan zitten om dat formidabele boek Onzichtbaar van Paul Auster uit te lezen, werd opgeschrikt door een megagrote huisspin op het tafeltje naast me. Ik moet ook onthouden dat ik me herinnerde dat ik me eergisteren had voorgenomen te onthouden dat M. aangaf dat voor mensen die geneigd zijn met om het even wie een gesprek aan te knopen de uitdrukking ‘Hij zou spreken met een hond met een hoedje’ bestaat.
Vandaag moet ik Karamazov lezen.