Wanneer mijn keurig getrimde en gecoiffeerde barbier zijn vlijmscherp scheermes over mijn adamsappel haalt en met raspend geluid alweer een streep trekt in de zeep die hij royaal op mijn wangen, bovenlip, kin en hals heeft gesmeerd, besef ik maar al te goed dat onze relatie moet gekenmerkt worden door vastberadenheid aan zijn kant en vertrouwen aan de mijne want anders besterf ik het in zijn stoel, hoe comfortabel en verstelbaar die ook moge zijn en hoe geruststellend de zweverige wellnessmuziek ook uit zijn boxen schalt. Maar in een kapperszaak genaamd ‘Schoft’ binnenstappen, neen, zoiets overweeg ik toch liever niet.
211006