donderdag 28 oktober 2021

notitie 16

ESMERALDA

 

Gare du Nord van Eric Min brengt mij op het spoor van voorheen niet door mij gekende kunstenaars. Ik krijg enkel summiere beschrijvingen om mij een idee te vormen van hun werk. Niet dat die beschrijvingen niet deugen, maar toereikend zijn ze niet – het is ten enenmale moeilijk om een schilderij of beeldhouwwerk in woorden te vatten, net zoals dat overigens ook voor landschappen, gebouwen of mensen – zowel innerlijk als uiterlijk – geldt. En eigenlijk ook voor ideeën. Voor heel de wereld en alles, eigenlijk.

Om maar te zeggen: er staan onvoldoende prentjes in het alom bejubelde en bijzonder goed verkochte boek van Eric Min.

Zo was ik toch wel geïntrigeerd door het feit dat Min de door mij niet gekende schilder Alfred Stevens zo’n prominente plaats toekent. Diens verhaal neemt de bladzijden 78 tot en met 90 in beslag. Ik leer Stevens kennen als een bijzonder succesrijke en geliefde pre-impressionist, als schilder die gespecialiseerd is, zij het niet zonder met flatterende penseelvoering in de verf gezette langoureusheid, in portretten van mooie dames die volgens Vincent van Gogh allemaal op elkaar lijken. Stevens is bovendien een gedoueerde homme d’affaires (in beide betekenissen) die meer dan zijn weg kent in Parijs, zodanig zelfs dat de chauvinistische Fransozen in de Lichtstad een straat naar hem vernoemden: de rue Alfred Stevens nabij Pigalle. Deze eer is niet veel Belgen te beurt gevallen.

Mins beschrijving van het volgens hem (Min dus) minder geslaagde tableau Allegorie van de elektriciteit wekt mijn nieuwsgierigheid op. Stevens schildert ‘het personage Esmeralda uit Victor Hugo’s Notre-Dame-de-Paris’. We zien, aldus Min, een spinnende zwarte kat op haar schoot ‘en op de achtergrond licht de Parijse skyline met de brandende kathedraal op’. Dat laatste wekt mijn nieuwsgierigheid en ik ga op het net op zoek naar een reproductie. Tevergeefs. De aanduiding van Min dat het wordt bewaard in ‘een museum in Nice’ is onvoldoende precies.

Dus maak ik gebruik van de zegeningen van Facebook en spreek de auteur, met wie ik dankzij Mark Z. rechtstreeks verbonden ben, aan via Messenger. Dat durf ik omdat ik al eens een likje van hem kreeg.

Goedemorgen heer Min,
Ik ben met veel belangstelling en plezier uw boek over Parijs aan het lezen. Daarin komt het schilderij 'Allegorie van de elektriciteit' van Alfred Stevens aan bod. U schrijft dat het zich in 'een museum in Nice' bevindt. Ik heb gezocht op het net naar een afbeelding, maar vind er geen. Kunt u mij helpen. Ik ben namelijk geïnteresseerd in de 'brandende kathedraal' die op de achtergrond te zien is.
Ik groet u vriendelijk,
Pascal

Twee uur later – ook dan is de dag nog jong – heb ik al een minzaam antwoord ontvangen:

Beste Pascal Cornet,
Dank voor het compliment. Het schilderij hangt in het Musée des Beaux-Arts Jules Chéret. Ik heb het uit een catalogus gefotografeerd en stuur het u toe via mail.
Hartelijke groet,
Eric Min

Wat later aanschouw ik de foto van het schilderij van Alfred Stevens.

 


 

Dag Eric,
Dank voor de reproductie!
Grappige
accord tussen de dubbele toren en de decolleté. Abominabel schilderij, trouwens, met die zwarte kat en vleermuisdraak. Kan het explicieter omineus?
Staat die kathedraal werkelijk in brand? Het lijkt me eerder een zonsonder- of -opgang.
Is het de Notre-Dame in Parijs? In dat geval, en het zou inderdaad een brand zijn, dan wel bepaald visionair van ‘onze’ Alfred!
Hartelijk dank nogmaals en vriendelijke groet,
Pascal

Het kan natuurlijk zijn dat in de roman van Hugo de Notre-Dame in brand staat. Maar de fut ontbreekt mij om dat op te zoeken. Te tuk ben ik op de voortzetting van mijn lectuur van Gare du Nord, uitkijkend naar nieuwe kennismakingen en ontdekkingen.

 

Eric Min, Gare du Nord, 2021.