Nieuwege, Roksem, Aartrijke, Zedelgem
Moe, naast zijn geparkeerde
e-bike op een houten bank
gezeten, kijkt een grijsaard
naar het gebouw waar hij waar-
schijnlijk zal sterven. Zwaantjes
zoeven gezapig over
het jaagpad aan d’overkant.
De sparrenkweker trimt één
voor één zijn nog jonge kerst-
bomen. Hij decimeert ze.
2.
Aan de overkant van het kanaal rijden twee ‘zwaantjes’,
dat zijn in het West-Vlaamse dialect gemotoriseerde politiemannen, met kalme
vaart over het jaagpad. Een dagje uit, profiteren van het mooie weer, zo lijkt
het wel. Wat verderop zie ik ze opnieuw: ze hebben hun fluo-oranje helmen
afgezet en keuvelen wat met elkaar, nog altijd op hun motor gezeten. Nog wat
verderop zie ik opeens, op datzelfde jaagpad, een zwarte Porsche Cayenne met
een rotvaart richting Nieuwege-brug vlammen. Twintig seconden later: de twee
agenten, zwaailichten in werking. Ik hoop dat ze de Porsche, die ik ter hoogte
van Nieuwege rechtsaf zie inslaan, zullen kunnen vatten. De agenten komen aan
het kruispunt en kiezen de juiste richting. Ik kom nu zelf ook bij het
kruispunt, maar zie nog net hoe de Porsche uit de straat die hij was ingeslagen
terug bij de vaart komt en opnieuw, maar nu in tegenovergestelde richting, het
jaagpad op rijdt, duidelijk in een poging om aan de agenten te ontkomen. Ik
rijd de brug op: misschien kan ik de Arm der Wet de richting aanwijzen waarin
de Porsche verdwenen is. Ik wil echt mijn steentje bijdragen! Maar ze zijn me
voor: ze zijn ook al terug bij de brug aangekomen, aarzelen even, en rijden dan
ook opnieuw het jaagpad op. De Porsche is ondertussen al uit het zicht verdwenen.
Ja, ik hoop echt dat ze die Cayenne te pakken krijgen, zodat ze de bestuurder een
gepeperde boete kunnen presenteren.