vrijdag 1 februari 2019

van Dale 311-316


311
(…) vrouwen met bonte hoofddoeken haastten zich voort met volle, behoedzaam tegen hun buik gehouden potten, aan hun arm propvolle karbiezen waaruit houten pollepels staken.
Joseph Roth, Hotel Savoy, 13

karbies (de; karbiezen) van stro gevlochten of van doek gemaakte handtas zonder overklep of sluiting, met twee grote oren

312
Mijn oom kwam, bracht een boek voor mij mee, de geur van taaitaai kwam uit de keuken (…)
Joseph Roth, Hotel Savoy, 15-16

taaitaai (de (m.) & het; g.mv.) (stofn.) soort van bruine, zeer taaie1 (1) koek van roggemeel en stroop, gebakken in de vorm van speculaas, en vaak aan de bovenkant geglansd

313
(…) de griezeligheid van een Griekse eigennaam, van een plotseling tot leven komende grammaticale categorie, de droevige herinnering aan een boosaardige aoristus (…)
Joseph Roth, Hotel Savoy, 26

aoristus (de (m.); aoristi) 1 tijd van het ww. die de handeling voorstelt als plaatshebbend in het verleden, maar zonder gedachte aan voltooiing of voortduring, var. aorist 2 werkwoordsvorm in die tijd, var. aorist

314
Ze had ook het idee dat hij al pratend, bijna met ieder woord, zijn Joods-Israëlische accent, de tongval van een sabra, verder van zich afschudde en dat er een andere, grove, vreemde klank in zijn stem sloop.
David Grossman, Een vrouw op de vlucht voor een bericht, 118

sabra (-‘s) II (de) Jood, Jodin die in Israël is geboren (zo genoemd naar de vrucht van de vijgencactus: hard en stekelig van buiten, maar zacht en zoet van binnen), var. sabre

315
Aan de overkant klom ze omhoog door diepe, dikke modder, die haar voeten omhulde en ze met smakkende lippen in zich opzoog, en hele wolken knaasjes stegen op uit de kuiltjes die haar voeten maakten.
David Grossman, Een vrouw op de vlucht voor een bericht, 154

knaasjes (mv.) zeer kleine, bloedzuigende stekende mugjes, soms ten onrechte zandvliegjes genoemd (Ceratopogonidae)