De draad wordt steels en gewiekst dikker, verder getweernd.
David Grossman, Een
vrouw op de vlucht voor een bericht, 640
tweernen (overg.;
tweernde, h. getweernd) twijnen
337
Een plotselinge opwelling rukt haar van haar plaats, en ze stiert het pad verder omhoog en stoot
de lucht met haar voorhoofd.
David Grossman, Een
vrouw op de vlucht voor een bericht, 669
1stieren 3
(onoverg.; stierde, h. gestierd) als een stier lopen, met een vaart of met
kracht lopen: ergens op af stieren
338
Wij ouderen staan oogstend aan ’t spalier / en warmen onze zomerbruine handen.
Hermann Hesse, De
kunst van het ouder worden, 24
spalier /spalir/
(het; -en) 1 latwerk langs een muur of heining, waaraan vruchtbomen of wingerds
(gewoonlijk waaiervormig) opgebonden worden
339
Ik heb een hekel aan de zakelijke kijk van de stereotype soosloper op de literatuur.
Virginia Woolf, Schrijversdagboek
1, 28
soosloper (de
(m.)) iem. die veel naar de soos gaat
²soos (de; g.mv.)
1 (inform., niet bij studenten)
(verkorting van) sociëteit; – ook als tweede lid in samenst. als de volgende,
waarin het eerste lid de leden noemt: bejaardensoos,
jeugdsoos, jongerensoos, ouderensoos, tienersoos 2 (inform.) (verkorting van) sociale dienst
340
En nu luiden, onder het grauwe pallium van regen, de klokken van Richmond – terwijl kerkklokken
slechts doen denken aan trouwerijen en christelijke kerkdiensten.
Virginia Woolf, Schrijversdagboek
1, 35
pallium (het;
pallia of –s) 3 palliumwolk
palliumwolk (de)
(meteo.) grauwe wolkensluier, waaruit meestal aanhoudende neerslag valt