12 oktober 2006
ACTIONPAINTING
Ooit stond ik in een museum (daar hangen die dingen dus)
voor een schilderij dat het resultaat was van de ‘actionpainting’ genaamde
stijl in de naoorlogse schilderkunst. Ik had het gevoel belazerd te zijn. Ik
heb nooit goed kunnen verklaren waarom ik dat gevoel had. Tot ik ooit eens op
tv Jackson Pollock een van zijn ‘drippings’ zag maken. De artiest stond
wijdbeens – wellicht om zijn broek en schoenen niet te besmeuren – naast en ik
geloof zelfs op een enorm, op de grond liggend doek een paar tubes verf leeg te
spuiten. Hij maakte daarbij, met veel zin voor theatraliteit, nogal wat
misbaar: met allerlei gebaren en zelfs enkele kreetjes evoceerde hij een soort
van extase. De verf werd vakkundig over de verste hoeken van het canvas
‘verdeeld’ – dat was zowat de enige compositorische vereiste waaraan werd
voldaan. Ik zag dit dus aan en begreep opeens waar het in het ‘actieschilderen’
om gaat: om de actie, en niet om het schilderen – en zeker niet om het
resultaat ervan. Maar die actie waar het om gaat, strekt verder dan het
leegspuiten van verftubes. Het gaat ook om het misbaar: om het laten opnemen
van het besmeurde doek in een discours waardoor het tot kunst wordt verheven,
om het verhandelen ervan en het in waarde laten stijgen, om het laten
musealiseren ervan, en uiteindelijk om het gevoel van de museumbezoeker
belazerd te zijn. Het met verf bespatte doek is slechts het vehikel – uiteraard
ten onrechte tot kunst uitgeroepen – van een hele ‘happening’, die niet aan
artistieke criteria beoogt te beantwoorden maar die het hele mechanisme waarbij
iets tot kunst wordt uitgeroepen en als dusdanig wordt gesacraliseerd… in de
verf zet.