bericht aan JWL, die het bestaan van de term 'hardwerkende Nederlander' signaleert
Het adjectief
'hardwerkend' is in Vlaanderen al geruime tijd in gebruik. Het wordt steevast
gebruikt in samenhang met het woord 'Vlaming'. De liberalen hebben de term
'hardwerkende Vlaming' geïntroduceerd, de Vlaams-nationalisten hebben hem
dankbaar overgenomen. De Vlaams-nationalisten zijn trouwens ook liberalen. Het
is geen inclusieve maar een exclusieve term. Ermee bedoeld wordt namelijk niet
de Vlamingen die hard werken maar: elke Vlaming die geen steun trekt, behoeftig
is, uit de boot valt, kortom profiteert. Het bijpassende beleid is er dan
vooral op gericht om alle voordelen te vrijwaren van wie tot de stuwende vaart
der volkeren, en van het Vlaemsche volk in het bijzonder, bijdraagt. Door hard
te werken maar liefst nog door gewoon op een grote pot geld te zitten en te
rentenieren, al dan niet via de dankbaar aangenomen diensten van instellingen
in Luxemburg, Zwitserland of een of ander fiscaal paradijs. In dit vrolijke
landje bevat de uitdrukking 'hardwerkende Vlaming' bovendien ook nog een
impliciete sneer naar de Walen. Die zijn in de ogen van wie zichzelf een
hardwerkende Vlaming noemt zonder uitzondering, werkend of niet, luie
nietsnutten die maar in één ding goed zijn, namelijk in het opstrijken van de
zogenaamde 'transfers', dat zijn de geldstromen die van het rijke noorden van
het land, waar de hardwerkende Vlamingen hard werken, naar het minder rijke en
luie zuiden stromen. Deze 'transfers' zijn voor Vlaams Belang en de
Nieuw-Vlaamse Alliantie, twee extreemrechtse partijen die steeds minder en eigenlijk
enkel nog in het al dan niet expliciet verwoorden van hun inherent racisme van
elkaar verschillen, altijd een raison d'être geweest. Tot daar deze aanvulling
vanuit het vrolijke landje waar de Vlamingen nu al decennia met dit soort
newspeak worden omgeturnd tot 'hardwerkende Vlamingen'.