wolkenfragmenten
uit Leonard Nolens, Een lastig portret
855
’s Morgens om negen uur staar je tussen
de overgordijnen door naar de inktzwarte dag, het kost je kilo’s wilskracht om
je overjas aan te trekken en je schouders te zetten onder die eeuwigdurende,
kleverig samengepakte wolkenlmassa. (27)
856
En dan de vorige week hoog in de wolken
tussen Europa en Amerika gestorven acteur Ron Vawter, die gisteravond op
televisie in zijn allerlaatste interview zei: ‘Humor! Zonder humor ben ik dood!
Ik wil de allerlaatste druppel genot uit mijn lichaam persen voordat ik
definitief verdwijn.’ (64)
857
Ik zit in een weids dal verscholen in de
wolken. (140)
858
Overal, in straten en op pleinen, boven
alle daken uit, de troostende contouren van de bergen, de omarmende, met
diafane wolken gekroonde bergen. (143)
859
Van ’s ochtends tot ’s avonds laten ze
zich dragen en wiegen door de warme luchtstroom, als volleerde zweefvliegers
benutten ze de stijgende en dalende golven onder de verre, onzichtbare wolken.
(151)
860
Op het verlaten plein de rennende hakken
/ van een vrouw, geroep, gekrijs, een keel / die heel de binnenstad heeft
samengevat / en de wolken beklimt. / Wolken, wolken, grof
wild / van de hemel, / ze gaan over ons. (laatste strofe van het gedicht ‘Wolken’, 185-186)
861
Terwijl wijd en zijd om je huis de
zeiknatte bladeren liggen te rotten, spit je steriele tong de grond om van de
inktzwarte wolkenvelden, hopeloos op zoek naar een schijn van goud.
(209)