woensdag 13 november 2013

wolken 855-861


wolkenfragmenten uit Leonard Nolens, Een lastig portret

855
’s Morgens om negen uur staar je tussen de overgordijnen door naar de inktzwarte dag, het kost je kilo’s wilskracht om je overjas aan te trekken en je schouders te zetten onder die eeuwigdurende, kleverig samengepakte wolkenlmassa. (27)

856
En dan de vorige week hoog in de wolken tussen Europa en Amerika gestorven acteur Ron Vawter, die gisteravond op televisie in zijn allerlaatste interview zei: ‘Humor! Zonder humor ben ik dood! Ik wil de allerlaatste druppel genot uit mijn lichaam persen voordat ik definitief verdwijn.’ (64)

857
Ik zit in een weids dal verscholen in de wolken. (140)

858
Overal, in straten en op pleinen, boven alle daken uit, de troostende contouren van de bergen, de omarmende, met diafane wolken gekroonde bergen. (143)

859
Van ’s ochtends tot ’s avonds laten ze zich dragen en wiegen door de warme luchtstroom, als volleerde zweefvliegers benutten ze de stijgende en dalende golven onder de verre, onzichtbare wolken. (151)

860
Op het verlaten plein de rennende hakken / van een vrouw, geroep, gekrijs, een keel / die heel de binnenstad heeft samengevat / en de wolken beklimt. / Wolken, wolken, grof wild / van de hemel, / ze gaan over ons. (laatste strofe van het gedicht ‘Wolken’, 185-186)

861
Terwijl wijd en zijd om je huis de zeiknatte bladeren liggen te rotten, spit je steriele tong de grond om van de inktzwarte wolkenvelden, hopeloos op zoek naar een schijn van goud. (209)