zaterdag 16 november 2013

transgalactisch perspectief 2


R treedt op deze blog aan als gast. Hij nam zich voor mij 365 berichten te sturen en gaf mij de toestemming deze hier te plaatsen.
R wenst anoniem te blijven.

Dag Pascal,

Ons contact gister, heeft een gedachte in me opgeroepen waar ik nog niet de juiste woorden bij gevonden heb. Bij mijn schoonvader bekeek ik een fotoboek van een Engels vissersdorp, begin 20e eeuw: bootjes, kleine huisjes, gezellige kinderen, een koetje hier en een lammetje daar. Ik stelde me zo voor dat het er daar een paar eeuwen eerder ook zo aan toeging, en het er nu in niets meer op zou lijken.

Mijn schoonvader woont op een boerderij, heel mooi. We passen er vaak op als hij op vakantie is. Het leven rond de boerderij kennen we daardoor vrij goed, van het braakliggende, omgeploegde land tot het braakliggende omgeploegde land, en alle fasen daartussen. Dat ziet er elk jaar hetzelfde uit, maar niet voor mij. Mijn ogen registreren hetzelfde, maar ik zie en ervaar het steeds anders. Dat lijkt me een natuurlijke tegenhanger voor de overdaad aan beeld die ons heeft overvallen, sinds de televisie in onze jeugd zijn intrede heeft gedaan. Er is vast een relatie tussen omvang en diepgang: hoe meer beelden we zien, hoe minder tijd we hebben om deze op ons in te laten werken.

Terwijl nog wordt gespeculeerd over wat het effect van die verandering zou kunnen worden, is deze al te zien in het straatbeeld, in de kantoren en de huizen waar iedereen gelaten, uren per dag achter beeldschermen zit en regie voert op de beeldblubber. Het doet me denken aan obesitas: een overdaad die door de bedrijven die eraan verdienen tot het maximum wordt opgevoerd, en die de afnemer maakt tot een bodysnatcher: beeld erin, geld eruit. Het feestje van de 21e eeuw.


Groet, R