donderdag 21 november 2013

los ingeslagen 136


17 augustus 2013

Rond elf uur vertrekken we voor onze laatste fietsrit. We zullen deze week 59 + 85 + 50 + 52 = 246 kilometer hebben afgelegd. Met de auto rijden we tot Versols (op de weg naar Saint-Affrique) en van daaruit vertrekken we met de fiets. Eerst doen we de beklimming van Gissac; op de top is er nog een bolletjestrui op het wegdek geschilderd, het restant van een VTT-wielerwedstrijd. Op het eind van de afdaling vinden we op een bult van rode aarde, onder twee eiken, een mooie picknickplaats. Met uitzicht op het château de Montaigu. De beklimming daarheen blijkt de zwaarste van de hele week – en we hebben er toch al een paar lastige gedaan. Boven worden we opgewacht door een orkestje (vijf jongemannen waarvan er een deuntjes speelt op een trekzak, hij wordt begeleid door een trommelaar). Niet dat ze er speciaal voor ons staan, maar ’t is toch prettig te denken van wel. Nog wat verder (de beklimming is, zo stellen we vast, nog verre van gedaan), wanneer we alweer uitpuffen en S. nog wat moet bekomen van de nare ervaring net een van de bergwand losgekomen rotsblok achter zich te hebben horen neerkomen, wacht een vriendelijke staartloze hond ons op.

Na een steile en niet ongevaarlijke afdaling bereiken we Saint-Affrique. We kopen er de fles champagne die we H. en J. willen geven voor hun vijftigste huwelijksverjaardag. Ze vieren dat maar in september, dus mogen ze pas dan de doos openmaken! Op een terras drinken we een koffie. De ober zorgt voor de enige negatieve noot van de hele reis. Wanneer ik hem ‘un grand noir’ vraag, zegt hij: ‘Ici, il n’y a pas de noirs.’ Zuid-Frankrijk mag dan idyllisch mooi zijn, het is er soms ook onbehoorlijk bruin.