donderdag 14 november 2013

facebookbericht 455


Ik hoor bij Heidegger alles behalve jazz. Werkelijk alles wat in die tijd voorradig was, in het diepe bimbam-Beieren of waar was het dat die kerel nadacht over het Sein zum Tode - maar géén jazz. Billen- en zolenkletsend gejodel, liederen van Schubert, eventueel een mystiek kloostergezang - en in de verte altijd de akelige basbegeleiding van voorbijmarsjerende staalhelmdragende en keurig groengrijs geüniformeerde kapo's op weg (al dan niet op een holle weg) naar hun dagtaak.

(…)

Zo gezien heb je gelijk, Pierre. Als Heidegger een dichter is, wat hij zeker ook was, of hij had dan toch iets dichterlijks, zeker in zijn omgang met taal - ja, in die zin kun je hem 'jazzy' vinden. Maar die smet, die hem toch ook na '45 is blijven aankleven aangezien hij zich nooit van zijn misstap heeft gedistantieerd (voor zover ik dat van hieruit kan beoordelen), dat maakt hem in mijn ogen toch niet bepaald geschikt om in gelijk welk jazzcombo mee te spelen. Maar ik vind het wel iets interessants om over na te denken: welke filosofen zijn jazzy en welke niet?

Wat je overigens over Lucebert zegt, en zijn ondanks zijn ongeschoold zijn sprankelende creativiteit, is zeer zinvol: de vrijheid van de dilettant.